Complexe posttraumatische stressstoornis (CPTSS) is een ernstige psychische aandoening die ontstaat na langdurige of herhaalde traumatische ervaringen, zoals kindermishandeling, oorlog of langdurige mishandeling. Het beïnvloedt niet alleen je emoties en gedachten, maar ook je lichaam en relaties. Het begrijpen van CPTSS is essentieel voor herstel en het vinden van passende hulp.
Wat is het, hoe kan het ontstaan en wat zijn de symptomen?
PTSS of CPTSS?
PTSS en CPTSS lijken in de kern op elkaar: beide ontstaan na traumatische gebeurtenissen en gaan gepaard met herbelevingen, vermijding en verhoogde prikkelbaarheid. Toch is er een belangrijk verschil. PTSS ontstaat vaak na één ingrijpende gebeurtenis, zoals een ongeluk of geweldsincident. CPTSS daarentegen ontstaat na langdurige of herhaalde traumatische ervaringen, zoals kindermishandeling, gevangenschap of langdurige partnergeweld. Hierdoor zijn de klachten bij CPTSS vaak complexer en dieper verankerd. Je kunt bijvoorbeeld moeite hebben met het reguleren van emoties, een negatief zelfbeeld ontwikkelen of het lastig vinden om gezonde relaties aan te gaan. CPTSS wordt in wetenschappelijke literatuur daarom steeds vaker als een op zichzelf staande stoornis erkend, met een andere aanpak in behandeling dan reguliere PTSS.
CPTSS is een aandoening die ontstaat na langdurige of herhaalde traumatische gebeurtenissen, vaak in situaties waarin ontsnappen moeilijk of onmogelijk was. Het wordt gekenmerkt door de symptomen van posttraumatische stressstoornis (PTSS), zoals herbelevingen, vermijding en verhoogde prikkelbaarheid, aangevuld met:
- Moeite met het reguleren van emoties
- Negatief zelfbeeld en gevoelens van schaamte of schuld
- Moeilijkheden in relaties en het voelen van verbondenheid
Kort samengevat
CPTSS ontstaat vaak na langdurige blootstelling aan traumatische situaties, zoals:
- Kindermishandeling of -verwaarlozing
- Langdurige huiselijk geweld
- Gevangenschap of marteling
- Oorlogs- of vluchtelingservaringen
Deze ervaringen kunnen het zenuwstelsel en de hersenontwikkeling beïnvloeden, vooral als ze plaatsvinden op jonge leeftijd .
Aan welke symptomen kan je nog meer denken?
Naast de eerder genoemde symptomen kunnen mensen met CPTSS ook last hebben van:
- Chronische gevoelens van leegte
- Dissociatie of het gevoel los te staan van zichzelf
- Moeite met vertrouwen en intimiteit
- Fysieke klachten zonder duidelijke medische oorzaak
Diagnosestelling van PTSS en CPTSS binnen de Nederlandse GGZ
In de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg (GGZ) wordt bij de diagnose van posttraumatische stressstoornis (PTSS) en complexe PTSS (CPTSS) gebruikgemaakt van de DSM-5 (Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders) en, bij CPTSS, aanvullend de richtlijnen van de ICD-11 (Internationale Classificatie van Ziekten). Deze diagnostische handboeken geven duidelijke criteria waar een cliënt aan moet voldoen om officieel de diagnose PTSS of CPTSS te krijgen.
De diagnose wordt meestal gesteld door een GZ-psycholoog, klinisch psycholoog of psychiater, vaak na een uitgebreid intakegesprek, vragenlijsten en diagnostisch onderzoek. De behandeling wordt dan afgestemd op de ernst, duur en context van de klachten.
De A-criteria: het trauma zelf
De A-criteria beschrijven wat in diagnostische termen als een ‘traumatische gebeurtenis’ wordt gezien. In de DSM-5 is dit omschreven als:
“Blootstelling aan een feitelijke of dreigende dood, ernstige verwonding of seksueel geweld, op een van de volgende manieren:
- Zelf ondergaan
- Getuige zijn van een traumatische gebeurtenis bij anderen
- Vernemen dat een familielid of goede vriend ernstig is getroffen
- Herhaalde of extreme blootstelling aan afschuwelijke details van een traumatische gebeurtenis (zoals bij hulpverleners)”
Let op: Een schokkende gebeurtenis moet dus aan de A-criteria voldoen om in aanmerking te komen voor een PTSS-diagnose.
De B- t/m E-criteria: hoe de klachten zich uiten
Na het vaststellen van de traumatische gebeurtenis (A-criterium), moet iemand ook voldoen aan verschillende clusters van symptomen. Hieronder volgt een vereenvoudigde uitleg van deze criteria zoals toegepast in de Nederlandse GGZ:
- B-criteria – Herbeleving: Je beleeft de gebeurtenis keer op keer opnieuw in de vorm van nachtmerries, flashbacks of opdringerige herinneringen.
- C-criteria – Vermijding: Je vermijdt mensen, situaties of gedachten die aan het trauma doen denken.
- D-criteria – Negatieve veranderingen in cognities en stemming: Zoals een negatief zelfbeeld, schuldgevoelens, een gevoel van vervreemding of emotionele afvlakking.
- E-criteria – Verhoogde prikkelbaarheid: Denk aan slaapproblemen, woede-uitbarstingen, overmatige schrikreacties of concentratieproblemen.
Om de diagnose PTSS te krijgen, moet iemand aan een minimum aantal symptomen per cluster voldoen.
Diagnose van complexe PTSS (CPTSS) volgens ICD-11
In de Nederlandse GGZ is CPTSS nog niet officieel opgenomen in de DSM-5, maar het wordt wél erkend binnen de ICD-11 van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Bij CPTSS zijn alle bovengenoemde criteria aanwezig, maar er zijn drie aanvullende clusters:
- Aanhoudende problemen in affectregulatie – moeite om emoties te reguleren.
- Negatief zelfbeeld – gevoelens van schaamte, schuld, mislukt zijn.
- Moeilijkheden in relaties – moeite om je veilig of verbonden te voelen met anderen.
Deze uitbreiding maakt duidelijk waarom CPTSS vaak een langduriger en intensiever behandeltraject vraagt dan reguliere PTSS.