Je hebt vast wel eens gehoord van mindfulness en van cognitieve therapie. Maar wat gebeurt er als je beide samenbrengt? Dan krijg je Mindfulness Based Cognitive Therapy (MBCT), een therapievorm die is ontwikkeld door Zindel Segal, Mark Williams en John Teasdale. Zij combineerden cognitieve gedragstechnieken met elementen uit Jon Kabat‑Zinns Mindfulness-Based Stress Reduction (MBSR).
Je wringt je vaak in je eigen gedachten. Die blijven malen over wat fout kan gaan, wat al fout is gegaan, of wat je allemaal niet aankunt. MBCT leert je om los te komen van die gedachtenspoelen. Je leert niet per se om de inhoud van je gedachten te veranderen, maar wel om je relatie met je gedachten te transformeren: je kijkt ernaar zonder erin meegezogen te worden.
Stel je voor: je herkent snel de bekende dalende spiraal van sombere of angstige gedachten. Met MBCT pak je die door in het moment te ademen, te observeren zonder oordeel en weer te kiezen hoe je verdergaat. Die vaardigheid helpt om terugval in depressie of chronische stress te voorkomen, met effectiviteit vergelijkbaar met medicijnen .
Je volgt doorgaans een groepsprogramma van acht weken, met wekelijkse sessies van ongeveer twee uur en dagelijkse thuisopdrachten van 30-45 minuten. Je oefent met ademhaling, body scan, wandelen en meditatie, en met technieken als de “drie-minuten ademruimte”. Tijdens de sessies leer je over automatische gedachten, cognitieve valkuilen en de psychologie van terugval.
Deze combinatie van cognitieve psycho-educatie en mindfulness maakt MBCT zo anders. Je krijgt niet alleen cognitieve tools, maar je leert ook via je lichaam en aandacht aanwezig te zijn in het moment. Neuroscience-onderzoek laat zien dat je daarmee de amygdala (emotiecentrum) kalmeert en de prefrontale cortex (emotieregulatie) versterkt. Kortom: er verandert iets in je brein én in hoe je met jezelf omgaat.



































